Rijswijk / Wijk bij Duurstede
Toevallige vondsten
Tijdens ontzandingen in de 20ste eeuw kwamen in de uiterwaarden van Rijswijk (Gelderland) grote hoeveelheden bouwpuin, munten, aardewerk, mantelspelden en delen van helmen tevoorschijn. Het bouwpuin bestond onder andere uit 3.000 fragmenten dakpan. Door de grote hoeveelheid vondsten gaan archeologen ervan uit dat hier een fort, een castellum heeft gestaan. Er is alleen nooit officieel archeologisch onderzoek gedaan. De meeste vondsten waren min of meer toevallig. Veel ervan is verdwenen of terecht gekomen in particuliere collecties. Dakpanstempels en munten tonen aan dat het fort waarschijnlijk in gebruik is geweest van circa 47 na Chr. tot eind 3e eeuw.
Uit de vele vondsten valt ook nog informatie af te leiden over de bezetting van het fort. Eén van de helmen draagt inscripties van twee achtereenvolgende eigenaren: Titus Allienus Martial(n)is en Statorius Tertius. Beiden waren soldaat in de centuria (eenheid van 80 man) van Antonius Fronto. Hun namen tonen aan dat het Romeinse burgers waren.
Strategische plek
Strategisch was dit een belangrijke plek. In de Romeinse tijd begon de Lek als zijrivier van de Rijn net door te breken. Bovendien ligt de plek precies op de overgang van de Gelderse kleigronden naar de moerassige delta van de Rijn. Je zou het middeleeuwse Dorestad kunnen zien als rechtstreekse opvolger van het castellum. Langzaam ontwikkelde Dorestad zich westwaarts in de richting van het huidige Wijk bij Duurstede (Utrecht). Doordat de Lek later zijn loop heeft verlegd, is Dorestad van zijn 'oorsprong' aan de Rijswijkse kant afgesneden. De huidige Lek fungeert inmiddels als grensrivier tussen de provincies Gelderland en Utrecht.
Wat is er te zien
- Museum Dorestad in Wijk bij Duurstede besteedt aandacht aan de Limes en het fort dat hier lag.
- De genoemde helmen zijn te zien in Museum Dorestad in Wijk bij Duurstede.
- Het kunstwerk Tot Hier aan de Gelderse kant van de rivier markeert de grens van het Romeinse Rijk.