Bodegraven
Poortgebouw
Het Romeinse fort van Bodegraven staat niet op de Peutingerkaart; er is dus geen Latijnse naam van bekend. Ook archeologisch is er van dit fort weinig bekend. Lange tijd werd zelfs getwijfeld of hier wel een fort lag. Het Romeinse leger plande de forten langs de Limes op regelmatige afstanden van elkaar, en het fort in Bodegraven ligt eigenlijk te dicht bij het fort in Zwammerdam.
Wat we inmiddels over dit fort weten, is vooral te danken aan de inzet van vrijwillige archeologen van de AWN Vrijwilligers in de Archeologie. Zij legden in twee opgravingscampagnes een houten poortgebouw en een deel van de soldatenbarakken bloot. De vondst van tentharingen suggereert dat het fort is ontstaan als tentenkamp. Een tweede bouwfase is van hout geweest. Dankzij jaarringenonderzoek is het gevonden poortgebouw te dateren rond het jaar 61 na Chr. In een derde fase was het fort van steen. Waarschijnlijk heeft de verstening tussen 170 en 210 na Chr. plaatsgevonden. Gevonden munten bevestigen dat het fort in gebruik was van ruwweg 40 tot 275 na Chr.
Wat is er te zien
- Diverse kunstwerken in het centrum van Bodegraven, waaronder de weergave van een vergulde Romeinse helm, verwijzen naar de Romeinse aanwezigheid. Op de Oude Bodegraafseweg zijn kunstwerken aan de gevels van een flatgebouw te zien.
- De originele vergulde helm is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
- Vanuit de Historische Kring Bodegraven en het Groene Harthuys worden regelmatig rondleidingen gegeven.
- Een bekende vondst uit Bodegraven, de loden vervloekingstablet met de namen van 21 soldaten, bevindt zich in de collectie van het Valkhof Museum in Nijmegen.
- In soldatenbarak CoHortus in de Romeinse pluk- en oogsttuin Hortus Populus is te zien hoe acht Romeinse soldaten samenwoonden.