Maurik
Mannaricium
Tijdens zandwinning in een oude Rijnarm bij Maurik in 1972 zijn talloze Romeinse vondsten gedaan, vooral militaire voorwerpen en bouwmateriaal. Waarschijnlijk heeft hier dan ook het limesfort Mannaricium gelegen. Die plaats wordt ook genoemd op de Peutingerkaart. Bestudering van de munten en de fibula’s (mantelspelden) laat zien dat het fort is aangelegd na de Bataafse Opstand en werd verlaten aan het eind van de 3e eeuw. Mogelijk is het in de 4e eeuw nog even bewoond geweest, maar rond 350 na Chr. definitief verlaten.
Er zijn door de aard van de baggerwerkzaamheden nooit muren op hun oorspronkelijke locatie gevonden. Resten van het fort zouden echter nog steeds in of rond het Eiland van Maurik kunnen liggen, mogelijk op een diepte van 4-7 meter onder het huidige wateroppervlak. Enkele teruggevonden scheepsplanken zijn waarschijnlijk afkomstig van platbodems van het type Zwammerdam, en mogelijk ook van een marineschip – voor Nederlandse begrippen een zeldzame vondst.
Ruitereenheid
Uit inscripties kennen we de namen van twee eenheden van de hulptroepen uit de 1e eeuw. In beide gevallen gaat om een cohors equitata, een infanterie-eenheid van zes centuries (480 man) met een extra cavalerie-eenheid van 128 ruiters. In het fort waren dus mogelijk zo'n 600 man gelegerd, hoewel dat aantal waarschijnlijk stukken lager lag gedurende tijden dat er niet gevochten werd. Langs de Limes was het lange tijd relatief rustig, en er waren weinig bedreigingen van buitenaf, zeker de eerste anderhalve eeuw van het bestaan van dit fort.
Wat is er te zien
- Op de kruising van de Rijnbandijk en de Rijnstraat is een plakkaatmonument voor het castellum dat hier vermoedelijk lag. Op de bronzen plaat is een plattegrond weergegeven van het fort en enkele vondsten die hier gedaan zijn.